Collaboratief besluitvormingsproces voor multimodale hubs

Gepubliceerd op:

Alumnus Reynt Jan Sluis (MSRE 2020) werkt als coördinerend specialistisch adviseur bij de Autoriteit Woningcorporaties. Voor zijn afstudeerscriptie toetste hij in hoeverre een collaboratief besluitvormingsproces gevolgd kan worden voor multimodale hubs.

Waarom dit onderwerp?

“Ik was indirect betrokken bij de Merwedekanaalzone, door mijn vorige baan bij Rijkswaterstaat. Ik adviseerde onder andere de regio Midden-Nederland, waarvan Utrecht deel uitmaakt. Directe collega’s waren betrokken bij de planvorming voor de Merwedekanaalzone en het bereikbaarheidsprogramma U Ned.”

“Tijdens mijn specialisatie Gebieds- en Vastgoedontwikkeling kreeg ik lucht van de bereikbaarheidsissues bij parkeren op afstand, dat speelt in de Merwedekanaalzone. Ik wilde graag een beschrijvend onderzoek doen. ‘Wil je iets nieuws doen? Kies dan bereikbaarheid’, kreeg ik te horen. Als onderzoeksvorm heb ik gekozen voor het opzetten van een focusgroep.”

Wat is het belang voor de vastgoedpraktijk?

“Stedelijke verdichting brengt aan het licht hoe gefragmenteerd instituties op het gebied van ruimtelijke planning werken. Infrastructuur wordt op een ander bestuurlijk niveau en veel eerder in het proces gepland, dan de gebiedsontwikkeling zelf. Daardoor sluiten mobiliteitsplannen en de mobiliteitsbehoefte in een gebied zelden op elkaar aan. Kijk naar Leidsche Rijn. Als daar eindelijk een tram rijdt, heeft elk gezin dat er woont inmiddels twee auto’s.”

Heeft die uitkomst je verrast?

“Gebiedsontwikkeling heeft een ander politiek momentum dan bijvoorbeeld parkeren op afstand, dat gevolgen heeft voor stadsdelen en randgemeenten. De processen zijn zeer gescheiden. Er ontbreekt gezamenlijk momentum. Dat werd bevestigd in de focusgroep. Iedereen ziet elkaars belangen, maar komt niet tot een route tot besluitvorming. Het is zeer weerbarstig. Ondanks alle positieve intenties bij de betrokken professionals. De besluitvorming over de kleinere dingen, die alles op elkaar laten aansluiten, is verrekt ingewikkeld, terwijl dat wel heel belangrijk is.”

Wat heeft je scriptie je gebracht?

“Vooral het inzicht in de infrastructurele planning, dat heeft mijn werk bij Rijkswaterstaat verrijkt. Ook heb ik vaardigheden voor het opzetten van een onderzoek met een focusgroep verworven. Je maakt een draaiboek, dat je regisseert op één dag. Je moet zorgen dat alles wat je vooraf hebt bedacht, op een heldere manier wordt getoetst.”

“Na de scriptiemodule ben ik naar Japan geweest. We hebben een rondje gemaakt van Tokio, door de hooglanden naar Kioto en Osaka en via de berg Fuji weer terug. We hebben het hele metropoolgebied van Japan doorkruist. Het Shinjuku-station in Tokio heeft ruim 3,5 miljoen passanten per dag. Dat is Champions League van de mobiliteit.”

En nu door met een volgend onderzoek?

“Nee, even niet. Mijn MSRE-onderzoek heb ik over een jaar uitgesmeerd om het doenlijk te maken, heb een dochtertje van vier. Ik heb er elke week een beetje aan gewerkt. Meestal mijn halve dag ouderschapsverlof en halve dag in het weekeinde. Het kostte heel wat uren.”

“Een promotieonderzoek zou ik wel interessant vinden. Ik ben aan de TU Delft begonnen als onderzoeker bij het Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB). Toen heb ik niet doorgezet, vond het te lang duren. Collega’s deden er zeven of acht jaar over. Banen bij woningcorporaties lonkten. Maar ik zou het een mooie afronding van mijn carrière vinden. Dat wordt wel iets voor na mijn vijftigste.”

Samen met ASRE-docent Gert-Joost Peek publiceerde Reynt Jan Sluis een artikel naar aanleiding van zijn afstudeeronderzoek op het digitale platform voor ruimtelijke vraagstukken Rooilijn.nl

Deel deze post: