Naar aanleiding van de heraccreditatie van de masteropleidingen MRE en MSRE in 2023 is een ontwikkelingsgesprek gehouden met het visiterende panel en de accreditatiewerkgroep van de ASRE. Door de ASRE zijn vier vragen geformuleerd:
- Hoe om te gaan met instroom vanuit hbo-masters?
- Hoe kan toetsing aantrekkelijker worden gemaakt?
- Hoe moet worden omgegaan met toenemende kwetsbaarheid van studenten?
- Hoe kan het beste worden omgegaan met een hybride – analoog en digitaal – onderwijssysteem?
Ad 1.
Hbo’s bieden ook masteropleidingen aan waarvoor een Master of Science-titel wordt verleend. De verschillen tussen hbo’s onderling zijn nog erg groot. Om te bepalen of het deficiëntieprogramma moet worden gevolgd bij een hbo-MSc is bij de instroom daarom maatwerk geboden. Daarbij is het noodzakelijk dat het verlenen van vrijstellingen kan worden verantwoord en dat moet worden voorkomen dat er een systeem van onderhandelingen ontstaat met studenten.
Na onderling overleg is geconcludeerd dat bij de toelating in elk geval moet worden gekeken welke kwalitatieve en kwantitatieve methoden in de hbo-masteropleidingen worden gedoceerd en moet het niveau van de scripties die door studenten zijn geschreven stevig worden meegewogen. Daarnaast moet op individueel niveau van studenten worden bekeken welke ervaring wordt meegebracht. Instroomcompetenties moeten daarbij vooraf helder zijn verwoord.
Een ander advies is om de hbo’s te bezoeken en per instituut afspraken te maken over de instroom en mogelijke vrijstellingen voor het deficiëntieprogramma.
Ad 2.
Om de individuele prestaties bij toetsing zuiver te meten, worden bij de ASRE veel klassieke toetsvormen gebruikt, zoals schriftelijke tentamens en essays. In de praktijk speelt de laptop een belangrijker rol bij tentaminering en ook wordt artificial intelligence als ChatGPT meer gebruikt.
Om de toetsing te verbeteren wordt geadviseerd te kijken naar wat door de ASRE met de verschillende onderdelen van de toetsing wordt beoogd. De toets moet naadloos aan sluiten bij het leerdoel van het betreffende onderdeel.
In de praktijk wordt door het visiterende panel waargenomen dat toetsing steeds vaker zowel een summatief als een formatief karakter heeft, waarbij het behalen van een masterdiploma veel meer wordt beschouwd als een fase in het levenslange leerproces van studenten, van waaruit ook weer verder kan worden geleerd.
Van studenten wordt verwacht dat zij inzicht hebben in en kunnen deelnemen aan het maatschappelijk debat. Vooral van de ASRE mag worden verwacht dat er daarom bij toetsing aandacht wordt besteed aan het ontwerpend vermogen van studenten, aan reflectie en aan het zelf kunnen maken van keuzes. Daarbij kan soms gebruik worden gemaakt van objectieve normen, maar zullen er ook toetsvormen passend zijn waarbij intersubjectieve beoordeling voorop staat.
Ad 3.
Er zijn in de wereld veel onzekerheden bijgekomen. Na Covid-19 kwam er de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en problemen rondom stikstof en klimaat. Studenten zijn vaak erg begaan met de problemen. Daarnaast is er veel druk van buitenaf en veel keuzestress in deze tijd. Ook op universiteiten is waarneembaar dat het aantal psychologen en studiebegeleiders is toegenomen.
Algemeen advies is om elkaar in het oog te houden. Ook is het voor studenten belangrijk dat er een vertrouwenspersoon is om vrij mee te praten die niet betrokken is bij toetsing en beoordeling, of een ontmoetingsplek die neutraal is.
In besprekingen en vergaderingen zie je nu vaker dat er ook aandacht is voor het uitspreken van emoties, dat eerst geïnventariseerd wordt hoe iedereen ‘erin’ zit.
Groepsdynamiek wordt ook belangrijker: het is daarbij beter om meningsverschillen te bespreken in een open dialoog dan spanningen onuitgesproken te laten.
Ad 4.
Met de mogelijkheden tot digitalisering ziet de ASRE ook dat er een neiging is onder studenten om eerder naar huis te gaan of om colleges voornamelijk online te volgen. Geadviseerd wordt om toch een ontmoetingsplek te creëren waar studenten het nuttig vinden om heen te gaan, een ‘honingpot’ waar ze de waarde van inzien, een aantrekkelijke locatie en waar ze met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Als opleidingen van de studenten eisen om te komen, moeten studenten daar wel het nut van inzien. Er zijn nu eenmaal meerdere manieren om kennis op te doen.
De ASRE wordt geadviseerd studenten erop te wijzen dat met de opleidingen op locatie een mogelijkheid wordt geboden om even weg te zijn uit de dagelijkse sleur van werk. Daarbij moet studenten bij aanvang van de opleiding worden gevraagd om de agenda te blokkeren voor colleges. Als het belangrijk is dat in groepen wordt samengewerkt en dat ervaring wordt opgedaan, dan moet het onderwijs dit stimuleren.